David Hemler leefde 28 jaar ondergedoken in Zweden
David Hemler was een van de acht door de US Air Force meest gezochte voortvluchtigen. Hij deserteerde in 1984 en kwam pas in juli 2012 boven water. Hij leefde 28 jaar in Zweden onder een valse naam als regeringsambtenaar, is getrouwd en heeft drie kinderen.
Hemler deserteerde toen hij 21 was gedesillusioneerd uit het leger. Hij was gestationeerd op een luchtmachtbasis in Augsburg en liftte naar Stockholm. Hij bouwde een leven op zonder dat hij over ware identiteit vertelde. Hemler zei dat zijn politieke opvattingen over het leger veranderden en pacifist geworden was.
De tijd was nu rijp om zijn verhaal te doen, omdat zijn derde dochter naar de crèche kon en zijn vrouw beter in staat is om te zich te organiseren, wanneer hij gearresteerd zou worden.
Hij vertelde aan de pers over zijn aankomst in Zweden. "Ik verzon het verhaal dat ik weggelopen was van mijn ouders, omdat ze voortdurend onderweg waren. Maar niemand geloofde het." De Zweedse autoriteiten registreerden David Hemler als burger van een onbekend land. Hij was zogezegd geboren in Zürich en emigreerde in januari 1986.
Linda J. Card, woordvoerster van de Air Force Office of Special Investigations, zei tegen de New York Times dat ze die kerel echt wilden vangen. James Dillard, een andere woordvoerder voegde eraan toe dat zijn familie hem misschien wel vergeeft, maar dat de luchtmacht nog steeds op zoek is naar gerechtigheid." Als je eenmaal wegloopt van het leger en je deserteert, dan achtervolgt je dat voor de rest van je leven."
Zweden heeft over militaire of politieke delicten geen uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten. Het is dus onbekend wat de volgende stap van Amerikaanse regering zal zijn.
David Hemler hided 28 long years in Sweden
David Hemler was one of the eight most wanted fugitives by the U.S. Air Force. He deserted the U.S. Air Force in 1984 and recently revealed himself and explained how he lived under an assumed name for 28 years in Sweden as a government worker who is married with children.
Hemler deserted when he was 21 because he became disillusioned from the military. He hitch-hiked from an Air Force base in Augsburg, Germany to Stockholm. He built himself a life in Sweden where he didn't tell anyone his true identity.
The time was right now to tell his story because, his third daughter could go to day care, so his wife would be better able to cope if he was arrested.
Hemler said his political views of the military were changed when he became a pacifist. With that he walked away from the Air Force base without permission.
He told the press of his life when he arrived in Sweden: "I made up a story that I ... ran away from my parents who were travelers but nobody believed it.” With Swedish authorities, David Hemler is registered as a citizen of an unknown country. He was, according to the documents, born in Zürich and immigrated in January 1986.
Hemler said his family in Sweden did not believe him when he first told them of his past. He said that so far no one is upset with him.
Linda J. Card, a spokeswoman for the Air Force Office of Special Investigations, said the New York Times that they really want to catch this guy. James Dillard, another spokesman for the Office of Special Investigations, said that while his family might forgive him, the Air Force may still seek justice. “Once you run from the military and you desert, that's something that follows you for the rest of your life.”
Sweden does not have an extradition treaty with United States over military or political offenses, so it is unknown what the U.S. government's next step will be.
Posts tonen met het label verhalen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verhalen. Alle posts tonen
zondag 3 februari 2013
vrijdag 28 december 2012
Rainer Beck en Bruno Dorfer geëxecuteerd NA de oorlog
Duitse deserteurs NA de oorlog geëxecuteerd dankzij de "bevrijders
"
In Nederland gaven de Duitsers zich over op 5 mei 1945. De geallieerden riepen Duitse soldaten tijdens de oorlog via pamfletten en radioberichten op te deserteren uit dat verschrikkelijke en onmenselijke nazi-leger. Zij zouden dan gespaard worden en een goede behandeling krijgen.
Op 5 september 1944 zou later bekend worden als Dolle Dinsdag. Op die dag speelden zich in heel Nederland emotionele taferelen af naar aanleiding van de berichten dat het land nu elk moment bevrijd kon worden van de Duitse bezetting. Op 3 september was Brussel en op 4 Antwerpen. Veel Nederlanders maakten zich de volgende dag op om hun bevrijders te begroeten. Vlaggen en oranje vaandels werden tevoorschijn gehaald, en bedrijven liepen leeg omdat het personeel de geallieerden op straat wilde opwachten. Wat de Nederlandse bevolking niet wist, was dat de omvang van de geallieerde troepen op dat moment nog te klein was om heel Nederland te kunnen bevrijden. West-Nederland moest na Dolle Dinsdag nog een hongerwinter doorstaan.
In deze context deserteerde op 5 september 1944 een jonge soldaat van de Duitse marine. Rainer Beck kwam niet alleen uit een sociaal-democratische familie, hij was half Jood en behoorde dus twee keer tot de ‘natuurlijke vijanden’ van het naziregime. Rainer Beck dook onder bij zijn zus in Amsterdam en meldde zich na de bevrijding begin mei 1945 bij de bevrijder, in dit geval de Canadezen. In een van de opvangplaatsen ontmoette hij een andere jonge deserteur Bruno Dorfer en beide jongemannen werden overgebracht naar het oude Ford-terrein waar nog 2000 Duitse militairen werden ‘opgevangen’. De Duitsers waren namelijk op bevel van Churchill niet ‘krijgsgevangen’ genomen, maar werden behandeld als ‘gecapituleerden’, zodat ze nog van pas konden komen tegen de Russen.
Het Duitse leger was baas in het opvangkamp en sleepte Rainer Beck en Bruno Dorfer wegens desertie voor de krijgsraad met toestemming van de Canadezen. Binnen 15 minuten werden de jongens ter dood veroordeeld en nog die middag voor een executiepeloton gesteld. De Canadezen zorgden voor wapens, munitie en spades. Het is dan 13 mei 1945 : acht dagen na de bevrijding van Nederland ; vijf dagen na de officiële beëindiging van de oorlog.
De Canadezen die toestemming gaven voor deze krankzinnige actie zijn nooit ter verantwoording geroepen. De voorzitter van de Duitse ‘krijgsraad’, Wilhelm Köhn, werd na de oorlog een topfunctionaris van de rechterlijke macht in het nieuwe Duitsland.

In Nederland gaven de Duitsers zich over op 5 mei 1945. De geallieerden riepen Duitse soldaten tijdens de oorlog via pamfletten en radioberichten op te deserteren uit dat verschrikkelijke en onmenselijke nazi-leger. Zij zouden dan gespaard worden en een goede behandeling krijgen.
Op 5 september 1944 zou later bekend worden als Dolle Dinsdag. Op die dag speelden zich in heel Nederland emotionele taferelen af naar aanleiding van de berichten dat het land nu elk moment bevrijd kon worden van de Duitse bezetting. Op 3 september was Brussel en op 4 Antwerpen. Veel Nederlanders maakten zich de volgende dag op om hun bevrijders te begroeten. Vlaggen en oranje vaandels werden tevoorschijn gehaald, en bedrijven liepen leeg omdat het personeel de geallieerden op straat wilde opwachten. Wat de Nederlandse bevolking niet wist, was dat de omvang van de geallieerde troepen op dat moment nog te klein was om heel Nederland te kunnen bevrijden. West-Nederland moest na Dolle Dinsdag nog een hongerwinter doorstaan.
In deze context deserteerde op 5 september 1944 een jonge soldaat van de Duitse marine. Rainer Beck kwam niet alleen uit een sociaal-democratische familie, hij was half Jood en behoorde dus twee keer tot de ‘natuurlijke vijanden’ van het naziregime. Rainer Beck dook onder bij zijn zus in Amsterdam en meldde zich na de bevrijding begin mei 1945 bij de bevrijder, in dit geval de Canadezen. In een van de opvangplaatsen ontmoette hij een andere jonge deserteur Bruno Dorfer en beide jongemannen werden overgebracht naar het oude Ford-terrein waar nog 2000 Duitse militairen werden ‘opgevangen’. De Duitsers waren namelijk op bevel van Churchill niet ‘krijgsgevangen’ genomen, maar werden behandeld als ‘gecapituleerden’, zodat ze nog van pas konden komen tegen de Russen.
Het Duitse leger was baas in het opvangkamp en sleepte Rainer Beck en Bruno Dorfer wegens desertie voor de krijgsraad met toestemming van de Canadezen. Binnen 15 minuten werden de jongens ter dood veroordeeld en nog die middag voor een executiepeloton gesteld. De Canadezen zorgden voor wapens, munitie en spades. Het is dan 13 mei 1945 : acht dagen na de bevrijding van Nederland ; vijf dagen na de officiële beëindiging van de oorlog.
De Canadezen die toestemming gaven voor deze krankzinnige actie zijn nooit ter verantwoording geroepen. De voorzitter van de Duitse ‘krijgsraad’, Wilhelm Köhn, werd na de oorlog een topfunctionaris van de rechterlijke macht in het nieuwe Duitsland.

zondag 23 december 2012
een deserteur van de Irakoorlog
Kimberly Rivera
Kimberly Rivera (geboren 1982) is de eerste vrouwelijke Amerikaanse deserteur die de oorlog in Irak ontvluchtte en onderdak in Canada zocht. AWOL heet dat op zijn Amerikaans, Absent Without Official Leave. Kimberly en haar man Mario besloten om financiële redenen dat een van hen bij het leger zou gaan. In januari 2006 trad Kimberley in dienst en al in oktober werd ze naar Irak gestuurd. Later zal ze verklaren dat ze alle illusies verloor, toen ze een huilend tweejaaroud Iraakse meisje gezen had dat met haar familie een vergoeding voor bombardementen door de coalitietroepen kwam opeisen. Ze was naar Irak getrokken om het volk te helpen om er democratie te installeren. Maar ze trof er alleen "leugens" aan en ze voelde zich verraden door de Amerikaanse overheid.
Begin 2007 was Rivera thuis met verlof. Ze kreeg te horen dat ze al snel terug op missie zou gezonden worden. Zij en haar man namen contact op met de in Toronto gevestigde War Resisters Support Campaign en op 18 februari 2007 vluchtte ze met haar man en twee kinderen naar Canada. Rivera vroeg de vluchtelingenstatus aan. In januari 2009 oordeelde de Immigration and Refugee Board dat Rivera het land moest verlaten. Minister van Immigratie Jason Kenney beschreef Rivera en andere Amerikaanse deserteurs als "bogus claimants" (bedrieglijke asielzoekers), en noemde ze “mensen die vrijwilliger in een democratisch land voor het leger tekenen en daarna van gedachte veranderen en deserteren. En dat is prima, dat is de beslissing die zij nemen, maar dat maakt hen nog geen vluchtelingen."
In augustus 2012, vijf jaar na haar aankomst in Canada, werd haar laatste beroepmogelijkheid verworpen en kreeg Rivera een nieuw uitzettingsbevel. Amnesty International nam het voor haar op en stelde dat Rivera een gewetensbezwaarde is. Rivera en Mario hebben vier kinderen. Hun twee oudste kinderen werden geboren in de VS, en de twee jongste in Canada. Kimberly gaf zich 20 september 2012 over aan de militaire autoriteiten en werd onmiddellijk aangehouden en opgesloten.
Ooit was Canada een vrijhaven voor deserteurs van de Vietnamoorlog. Er wordt aangenomen dat 50000 tot 90000 Amerikaanse Vietnamdeserteurs nu nog steeds in Canada wonen. Maar de huidige conservatieve Canadese regering stelt zich heel anders op. Amnesty International vreest dat ze tot vijf jaar gevangenisstraf kan krijgen. VOp 23 januari 2013 wordt beslist of ze voor de krijgsraad moet verschijnen. olgens haar advocaat is er bewijsmateriaal dat de krijgsraad veel strengere uitspreekt voor deserteurs die politieke of morele motieven inroepen.
PLEASE SEND APPEALS BEFORE 23 JANUARY 2013 TO:
Commanding General 4th ID and Fort Carson
Major General Joseph Anderson
Public Affairs Office
1626 Ellis Street
Ste. 200, Bldg. 118
Fort Carson, CO 80913, USA
Fax: +1 719-526-1021
Kimberly Rivera (geboren 1982) is de eerste vrouwelijke Amerikaanse deserteur die de oorlog in Irak ontvluchtte en onderdak in Canada zocht. AWOL heet dat op zijn Amerikaans, Absent Without Official Leave. Kimberly en haar man Mario besloten om financiële redenen dat een van hen bij het leger zou gaan. In januari 2006 trad Kimberley in dienst en al in oktober werd ze naar Irak gestuurd. Later zal ze verklaren dat ze alle illusies verloor, toen ze een huilend tweejaaroud Iraakse meisje gezen had dat met haar familie een vergoeding voor bombardementen door de coalitietroepen kwam opeisen. Ze was naar Irak getrokken om het volk te helpen om er democratie te installeren. Maar ze trof er alleen "leugens" aan en ze voelde zich verraden door de Amerikaanse overheid.
Begin 2007 was Rivera thuis met verlof. Ze kreeg te horen dat ze al snel terug op missie zou gezonden worden. Zij en haar man namen contact op met de in Toronto gevestigde War Resisters Support Campaign en op 18 februari 2007 vluchtte ze met haar man en twee kinderen naar Canada. Rivera vroeg de vluchtelingenstatus aan. In januari 2009 oordeelde de Immigration and Refugee Board dat Rivera het land moest verlaten. Minister van Immigratie Jason Kenney beschreef Rivera en andere Amerikaanse deserteurs als "bogus claimants" (bedrieglijke asielzoekers), en noemde ze “mensen die vrijwilliger in een democratisch land voor het leger tekenen en daarna van gedachte veranderen en deserteren. En dat is prima, dat is de beslissing die zij nemen, maar dat maakt hen nog geen vluchtelingen."
In augustus 2012, vijf jaar na haar aankomst in Canada, werd haar laatste beroepmogelijkheid verworpen en kreeg Rivera een nieuw uitzettingsbevel. Amnesty International nam het voor haar op en stelde dat Rivera een gewetensbezwaarde is. Rivera en Mario hebben vier kinderen. Hun twee oudste kinderen werden geboren in de VS, en de twee jongste in Canada. Kimberly gaf zich 20 september 2012 over aan de militaire autoriteiten en werd onmiddellijk aangehouden en opgesloten.
Ooit was Canada een vrijhaven voor deserteurs van de Vietnamoorlog. Er wordt aangenomen dat 50000 tot 90000 Amerikaanse Vietnamdeserteurs nu nog steeds in Canada wonen. Maar de huidige conservatieve Canadese regering stelt zich heel anders op. Amnesty International vreest dat ze tot vijf jaar gevangenisstraf kan krijgen. VOp 23 januari 2013 wordt beslist of ze voor de krijgsraad moet verschijnen. olgens haar advocaat is er bewijsmateriaal dat de krijgsraad veel strengere uitspreekt voor deserteurs die politieke of morele motieven inroepen.
PLEASE SEND APPEALS BEFORE 23 JANUARY 2013 TO:
Commanding General 4th ID and Fort Carson
Major General Joseph Anderson
Public Affairs Office
1626 Ellis Street
Ste. 200, Bldg. 118
Fort Carson, CO 80913, USA
Fax: +1 719-526-1021
Abonneren op:
Posts (Atom)